Het doel van je opdracht is de liefde die voortkomt uit een rein hart, een zuiver geweten en een oprecht geloof.” (1 Timotheüs 1:5)

Zoals velen zag ik afgelopen week ook de traan van Barack Obama. Toen hij sprak over zijn wens om nieuwe wetgeving voor het bezit van wapens in Amerika in te voeren,  hield hij het niet droog. Natuurlijk volgt er direct discussie over de echtheid van de emotie. Was het echt? Had het wel of niet mogen gebeuren? Was het misschien hele slimme politieke strategie?

In de reacties viel mij op dat veel mensen de emotie van Obama positief waarderen. Het is in een wereld vol onechtheid mooi om iets authentieks te zien.

We vinden echtheid en oprechte motieven ontzettend belangrijk.

Voor mij vielen twee dingen op in de reacties die volgden. Ik las en hoorde positieve reacties. Heel mooi om iemand authentiek te zien. Heel mooi om de mens achter één van de machtigste mannen van de wereld te zien. Daarnaast natuurlijk de kritische geluiden. Was de traan wel echt? Kwam dit Obama niet ontzettend goed uit?

We zijn blij om echtheid te zien maar hebben ook de neiging om het wantrouwen.

Aan de ene kant zien we een duidelijk verlangen naar echtheid. En dat is ook niet zo gek. In een wereld waar heel veel nep is, moet je zoeken. Je kan nu eenmaal niet zomaar uitgaan van of iets echt is. Opvallend is dat wanneer iemand iets van zichzelf laat zien daar direct vragen bij gesteld worden?

Hetzelfde verlangen naar echtheid speelt in het contact met niet of anders gelovigen. In het contact met niet of anders gelovigen valt namelijk ook op dat het niet alleen om de inhoud van je woorden gaat maar vooral ook wat het je zelf doet. Het is ontzettend belangrijk dat we als gelovigen echt zijn in de zin dat we laten zien wat de inhoud van het geloof ons zelf doet.

Paulus houdt dit Timotheüs ook voor. In de tekst die ik gekozen heb draait het ook om echtheid. Het gaat niet om een verhaal maar om iets dat uitwerking heeft in je leven. In dit hoofdstuk legt Paulus uit aan Timotheüs wat zijn opdracht is. Opvallend is dat Paulus niet zozeer zegt dat hij het evangelie moet verkondigen. Natuurlijk is dat er een onderdeel van. Paulus zegt het alleen anders. Hij heeft het veel meer over hoe Timotheüs moet zijn. Echt zijn vanuit een oprecht geloof.

Wanneer in de Bijbel over het hart wordt gesproken dan gaat het over wie we echt van binnen zijn.

We hebben het als kerk en als volgelingen van Jezus nodig. Veel minder strategie. Minder nadenken over wat een ander er van vindt. Veel dichter bij wat het betekent om te geloven. Dichter bij wat Gods liefde in ons leven teweeg brengt.

Nu moet het tonen van emotie of echtheid ook weer geen strategie worden. Echt zijn heeft te maken met een open houding zodat je geraakt kan worden. Daarnaast de openheid hebben om te laten zien wat en waarom je geraakt bent. Het betekent je dus laten raken door de inhoud van het evangelie en  aan je omgeving laten zien welke vragen, moeite, blijdschap en enthousiasme bij je opkomen.

Laat je in je hart kijken?

In verschillende beschouwingen was er ook kritiek op de tranen van Obama. Daarbij las ik ook dat Obama zijn gevoelens niet had mogen laten zien. Juist door de traan wordt de vraag naar echtheid gesteld. Dat is interessant. Want is het mogelijk om echt te zijn en tegelijk berekenend.

Als christenen zijn we te vaak berekend. We denken teveel na over strategieën terwijl we veel dichter moeten leven bij wat we ervaren in het leven en wat God daarmee te maken heeft.

In mijn ervaringen met gesprekken met mensen die niet of anders geloven is dat één van de belangrijkste leerpunten geweest. Natuurlijk is het van belang dat het evangelie helder en duidelijk verwoord wordt. Maar veel vaker moest het gaan wat het mij precies deed. De uitwerking van het evangelie is in die zin veel belangrijker.

Een belangrijke vraag voor ons. Ziet onze omgeving de uitwerking van de inhoud van het evangelie?