Overal om ons heen horen we de boodschap dat groei noodzakelijk is. De economie moet weer zo snel mogelijk gaan groeien. De kerk wordt kleiner en moet snel weer gaan groeien. Daarnaast wordt er voortdurend van ons als persoon gevraagd om te groeien. Als mens moet je ambitie tonen en iedere keer weer laten zien dat er vooruitgang in ons leven te zien is.
De huidige zucht naar vooruitgang wordt gelijkgesteld groei. Vanuit geloofsperspectief is het maar de vraag of dit echte groei is. Wat is groei? En als we het persoonlijk maken: wanneer groei ik als mens?
In onze maatschappij lijkt het erop dat wanneer jij als mens iets wilt worden dat jij je moet laten gelden. Je moet laten zien dat jij beter bent dan de rest. Jezus leert ons iets anders. ”Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen, en wie van jullie de eerste wil zijn, zal jullie dienaar moeten zijn – zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen”. (Mattheüs 26: 26b-28) Een totaal andere kijk op groeien. Wij hebben geleerd om groei op te vatten in termen van gestage toename van menselijke mogelijkheden. Tot wasdom komen betekent gezonder worden, sterker, intelligenter, rijper en productiever.
Jezus spreekt over een mens worden zoals God het bedoeld heeft. Mensen die God en elkaar dienen. Liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, betrouwbaarheid, zachtmoedigheid en zelfbeheersing zijn eigenschappen die daarbij horen. Deze eigenschappen passen bij groeien
als mens binnen het Koninkrijk van God.
Groei is in veel gevallen nodig om verder te komen. In onze samenleving beschouwen we de weg omhoog als het meest aangewezen pad. Jezus leert ons een weg naar beneden. De weg van elkaar dienen. Die weg leidt tot echte groei.